Na een vreselijk onvruchtbare schrijfperiode die te wijten was aan mijn voetoperatie, zette ik me uiteindelijk aan tafel en begon te lezen. Ik was al een paar maanden in bulk aan het schrijvelaar had nooit iets herlezen. Bewust. ik wilde vrij kunnen schrijven en me geen zorgen maken over opbouw, schrijffouten of logica.

Ik las en bleef lezen. En ik werd een tweede keer verliefd op Robert. Nu vanuit het standpunt van de lezer. Ik kon met momenten niet geloven dat ik die letters, woorden en zinnen had gevormd. Dat ik dit had bedacht. Een heel bevreemdende ervaring was dat. Ik was enthousiast genoeg om verder te schrijven.

Ik wist dat een testlezers-panel heel waardevol kan zijn en sprak een paar goede vrienden aan, nadat manlief de enige naast schrijfcoach Marc was die alles al had mogen lezen. Hoe kwetsbaar het is om je werk te laten lezen, besefte ik toen ik me bedacht wat ik zou doen als manlief zou zeggen dat hij het niks vond. Ik vroeg ongefilterde feedback, maar was ik daar wel klaar voor? Ik moest wel, ik had een blik van buitenaf nodig om verder te kunnen. Ik zocht en vond een heel divers clubje van testlezers bij elkaar. Mensen die ik goed ken, die eerlijk durven én kunnen zijn, het beste met me voorhebben en die tijd wilden maken om mijn schrijfsels in bulk te lezen. Ik zocht mannen en vrouwen, jong en oud, boekenwurmen en iets minder fanatieke lezers. Hun opmerkingen waren van onschatbare waarde. Manlief bleek de taalnazi die ik nodig had, iedereen werd instant verliefd op Robert, ik kreeg soms tegengestelde adviezen maar ik luisterde altijd en gaandeweg groeiden zij mee met Robert en mij. Ik bleef hen teksten sturen, zij bleven enthousiast. Ze supporterden aan de zijlijn mee en Robert was steevast een topic op de avonden dat we elkaar als goede vrienden troffen.

Schrijven is een eenzame job, een paar hele fijne compagnons de route maakten het hele proces bijzonder en vaak voelde het als een geheime bondgenootschap…

Previous
Previous

Ik schreef een boek-6

Next
Next

Ik schreef een boek-8